Volgens hoofddocent en medewerker aan het onderzoek Heidi Vandebosch uit pestgedrag zich op vele manieren. ‘Men kan op Facebook bijvoorbeeld iemand met een scheldterm aanduiden in een klasfoto, of negatieve opmerkingen plaatsen. In extreme gevallen worden ook gênante filmpjes op bijvoorbeeld Youtube geplaatst.'
Getuige van pesterijen
Jongeren schieten pestslachtoffers niet altijd te hulp. Ongeveer een op de drie jongeren (35,5 procent) was al getuige van cyberpesterijen. Exact 45,5 procent probeerde het slachtoffer te helpen, maar een meerderheid (56,9 procent) deed niets. 5 procent deed met de pestkop mee. Omdat jongeren soms anders reageren afhankelijk van de situatie, konden de respondenten bij deze vraag meer dan één optie aanduiden.
Volgens Vandebosch helpen jongeren vaak niet uit schrik om zelf gepest te worden, of omdat ze stellen dat het hun zaken niet zijn. Soms zegt men ook niet te weten hoe te kunnen helpen.
Cyberpesten volgt ook digitale trends. ‘Telkens een nieuw medium of website populair wordt, verplaatst het gedrag zich mee', besluit Vandebosch.
Bron: De Standaard Online (20/11/2012)